23 december 2008

De dove god versus(?) de Lutheraanse kerk

21 december. Ik ga tegen vier uur ‘s avonds naar een compound vlak bij de mijne, waar de schrijn is van de god Adamorobe Ayisi. Een groepje mannen trommelt en vrouwen slaan met gongetjes op elkaar. Een dikke horende vrouw met wit poeder over het hele lijf danst en geeft boodschappen door van de goden, maar niet in gesproken Twi. Neen, ze zegt geen woord, maakt danspasjes en begint te gebaren en uit te beelden. “Nu is ze bezeten door de dove god”, verklaren Akosua en Afua. Wanneer deze fetish een horende god ‘wordt’, spreekt ze weer.

Traditionele religie is hier nog levend en de symboliek sluit nauw aan bij de geschiedenis, de familie-clans, de oogst op het land, de dieren die hier leven enzovoorts. Er is niet één god maar meerdere goden en ‘doof dorp’ Adamorobe heeft dus ook een dove god. Deze goden en de overleden voorouders moet je paaien door eten en drinken te offeren (door het op de grond te gooien/smijten) en door een aantal regels te volgen.

Maar ook het christendom heeft hier opgang gemaakt. Niet (meer) het katholicisme; dat was en is niet erg succesvol in Ghana, maar allerlei andere denominaties: pentecostalisten, zevendedagadventisten, presbyterianen, en nog massa’s waarvan ik nog nooit had gehoord. Adamorobe telt er maar liefst minstens elf (!). Naast deze horende christelijke kerkgroepen in het dorp komt er wekelijks een dove Lutheraanse evangelist uit Accra voor de doven.

Want ja, ook doof Ghana is bekeerd. Als je aangeeft niet naar de kerk te gaan word je getrakteerd op ongelovige blikken en grote verontwaardiging, en word je het doelwit van bekeerpogingen die nog aanhoudender zijn dan de huwelijksaanzoeken van horende mannen. Een aantal van de kerken in Accra en andere steden voorziet vertaling in Ghanese gebarentaal, en ook de liederen en psalmen worden vertaald in GSL (eigenlijk meer SSE).

Een pastoor die is opgeleid in Kumasi (een andere grootstad in Ghana) past deze benadering dus ook toe in Adamorobe. Elke week aanschouw ik dus hoe dove Adamorobers liedjes kopieren van de evangelist en niet eens begrijpen wat ze zingen. Jarenlang werden de preken wel vertaald van Ghanese gebarentaal naar Adamorobe gebarentaal door een doof persoon, maar deze persoon is enkele jaren geleden ziek geworden en gestorven.

Een andere vooravond in december. Kwasi gebaart naar me hoe hij als kind nog niet christelijk was, en meehielp met de traditionele rituelen. “Maar ik ga naar de kerk nu.. dus ik doe er niet meer aan mee, ik ga wel kijken maar ik eet niet van wat ze klaarmaken”. Er wordt namelijk voedsel klaargemaakt en uitgedeeld op die rituelen, en daarvan eten wordt gezien als ‘meedoen’. Tijdens het ritueel vermeld in de eerste paragraaf slaat Afua schnapps af omwille van haar kerkgeloof maar Akosua drinkt er wel van. Kwadzo, één van de dove mannen, is nogal actief in de traditionele religie en krijgt hierdoor veel kritiek van de rest.

Deze kritiek wordt niet ingegeven door een geloof dat deze goden ‘niet echt’ zijn, maar het feit dat deze juist wel echt zijn en dat het gevaarlijk is om je ermee in te laten. Je gaat dan naar de hel, omdat het neerkomt op duivelsverering: een overtuiging overgebracht door christelijke missionarissen. Het is hier in Ghana echter helemaal niet ongewoon om beide religies te beoefenen, hoe contradictorisch dit ook mag lijken.

Verder zijn hier bijna dagelijks verwijzingen naar hekserij: heksen zijn bijvoorbeeld jaloerse familieleden (zoals oude vrouwen) die mensen vergiftigen en veel sterfgevallen (van zowel doven als horenden) door bijvoorbeeld erge ziekte worden verklaard door beheksing. Ik krijg waarschuwingen zoals niet te wandelen via het centrale (drukste) pad van het dorp, want “daar zijn teveel heksen!”. Of neem bijvoorbeeld: “Er was gestolen van mijn land dus ik gooide eieren en een fles schnapps in de rivier en de dief werd doodziek”. Dit is een voorbeeld van divinatie. Er wordt ook aan magie gedaan: objecten en dingen zoals haren en vingernagels worden gemanipuleerd om een doel te bereiken dus een doof meisje vertelde me ooit: “mijn ondergoed was gestolen dus ik was doodsbang”.

Zulke dingen krijg ik te horen in verhalen en gesprekken en kan ik gelukkig wat plaatsen door mijn antropologie-studies, anders zou ik door de bomen het bos niet zien: de christelijke god in de hemel en de Akan-goden - waaronder een dove god - die leven in en rond Adamorobe. De geesten van de overleden voorouders die om ons heen dwalen. Hekserij en magie die worden beoefend door echte mensen. Deze wereld is vol van onzichtbare wezens en “duivelse” praktijken, georganiseerd in een cocktail die voor westerse ogen erg ongelooflijk zou kunnen overkomen maar die voor de dove en horende mensen hier heel echt is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten