11 juli 2009

"Coming out", of niet?

In Ghana wordt doofheid vaak gezien als straf van een god of iets dat je aangedaan is door een heks. Het is veelvoorkomend om met dove mensen te spotten door hen te vergelijken met blad-etende dieren zoals geiten: men steekt een blaadje in de mond en doet alsof men erop maalt. Of men wijst en zegt in ‘gestures’, beledigend of kwaadaardig bedoeld: “jij hoort niet”.

2 juli 2009. Ik ben getuige van een lichtjes dramatische dorpsruzie in Adamorobe. Een horende vrouw krijgt een conflict met een dove vrouw (Adwoa) en gaat achter diens rug schelden over haar doofheid. De horende dochter van Adwoa hoort het geruzie en neemt het voor haar moeder op. Steeds meer mensen komen van alle kanten kijken en er raken een stuk of 4-5 vrouwen betrokken in een gevecht: aan de haren trekken, aan elkaar sleuren, slaan en krabben. De horende vrouw krijgt erg de wind van voren.

Verschillende doven vertelden me over soortgelijke gevechten. Ze staan er in Adamorobe om bekend dat ze steevast een gevecht (of tenminste een flinke ruzie) aangaan als er met hen gespot wordt. Ze laten zich niet doen, en dat weten de horenden, die daarom meestal wel opletten. Ook lijken de horenden hier in Adamorobe doorgaans niet zo’n negatieve opvatting over doven te hebben. Gevechten zoals het bovenstaande komen dus niet dagelijks voor.

3 juli 2009. Ik ben in Accra. Ik moet een trotro nemen en schrijf de bestemming op een papiertje voor de ‘organiseerder’ van de busjes. Deze horende man die heel goed doorheeft dat ik doof ben spreekt op me in, in God weet welke taal. Ik versta hem niet en maak hem meermaals duidelijk dat ik niet hoor. Hij kijkt me aan, zegt iets tegen enkele andere mannen die erbij staan. Ze beginnen te lachen. Mijn nekharen rijzen overeind en ik kijk hem wantrouwig aan, want het gaat overduidelijk over mij. Hij kijkt me nogmaals aan, doet alsof hij een dier is dat ergens op maalt – met een domme uitdrukking op zijn gezicht - en lacht spottend. Het voelt vreselijk vernederend en maakt me razend, dus ik trakteer hem op mijn meest vernietigende blik, een dwingend handgebaar makend in de zin van “wat is uw probleem?” en wuif de lachende mannen weg.

12 december 2008. Er is een grote begrafenis aan de gang in het centrum van het dorp, en hier lijkt het avonddeel van een begrafenis nog het meest op een uitbundige openluchtfuif. Ik loop binnen in de compound van Ama en vraag haar of zij en Afua erheen zullen gaan. Ze antwoordt dat ze geen zin heeft en legt uit dat er te veel mensen van buiten het dorp aanwezig zijn. Doven gaan dan wel eens kijken, maar er ook gebaren is iets anders. "Als je AdaSL doet en bijvoorbeeld een Ga (een andere etnische groep) ziet dat, en zegt iets tegen de persoon die ernaast zit. Ze lachen en die persoon steekt een blaadje in mond en spot: ‘die-hoort-niet’. En dat leidt tot gevechten”, concludeert Ama.

14 juni 2009. Ik zit aan een huisje op een punt waar verschillende paden elkaar kruisen, samen met twee dove vrouwen. We hebben een gesprek. Er komen enkele horenden achter elkaar aangewandeld van één van de paden. Afua, die aan het woord is, zit er met haar rug naar toe maar ziet dat ik die richting uit kijk. Ze kijkt achter zich en stopt midden in haar zin. Ze wacht tot deze mensen voorbij zijn gewandeld. Toen ze weg waren vraag ik haar waarom ze zo abrupt zweeg en ze argumenteert: “Ze zullen gaan rondbazuinen op andere plaatsen dat hier veel doven zijn en dat het hier dus een slechte plaats is!”. Er komt een andere vrouw voorbij en we wisselen groeten uit. Afua zegt tegen me: “Zie je: Adamorobe’s mensen ken ik, die groet ik vriendelijk, dat zit goed”.

Dus ook al is de situatie hier ook niet altijd conflictloos, hier is er een evenwicht tussen ruzietjes en geplaag, alledaagse gesprekjes of gewoon groeten en vragen hoe het gaat. Buiten-Adamorobers laten de doven hier beseffen dat het hier nog zo slecht niet is. Er is communicatie tussen horenden en doven en horenden lijken doorgaans niet zulke negatieve vooroordelen te hebben over doven.

Dus, hoe zit dat als men “naar buiten” gaat? Wel, men zal in Madina of Accra gewoon afpingelen en de bus nemen zoals horende personen doen. Ik legde ook al uit in eerdere blogposts dat de gemiddelde horende hier veel beter met doven kan communiceren dan in het Westen. Horenden zijn doorgaans niet uit het veld geslagen als men merkt dat iemand doof is: ze schakelen meestal naadloos over op ‘gestures’. Ik heb de doven nooit zien doen alsof men horend is. En toch, en toch: een uitgebreider gesprek voeren in gebarentaal met een andere dove; buiten de normale interacties en transacties, is iets waar niet alle Adamorobe doven zich altijd even goed bij lijken te voelen.

2 Januari 2009. Het einde van mijn eerste onderzoeksperiode. Enkele doven gaan mee naar de luchthaven om daar afscheid te nemen. Ik trakteer ze nog op een drankje voor ik naar binnen ga. Iedereen is erg stil en ik vraag waarom. Kofi antwoordt dat het verkeerd is als mensen AdaSL zien. Ik antwoord dat het in mijn ogen niet verkeerd lijkt, maar Kofi legt uit dat hij niet wil dat horenden staren naar onze gebaren en erover kwaadspreken.

5 december 2008. We zitten in de bus naar Madina: Ama, Afua en ik. Ama en ik babbelen maar Afua wil niet dat we gebaren in het busje. Wanneer we in de stad rondlopen en voortdurend in beweging zijn, heeft ze er dan weer geen probleem mee.

In onze maatschappij is wordt het doorgaans waardevol geacht als men ‘uitkomt voor wie men is’: gebarentaalgebruiker, homoseksueel, ... Er wordt wel eens geargumenteerd dat je niet jezelf bent als je zulke zaken systematisch verstopt voor de buitenwereld, en dat het juist goed is om de grote en vele variaties tussen mensen in openbaarheid te brengen.

De Adamorobe doven zullen af en toe strategisch hun gebarentaal verbergen of afzwakken. Is dit uit schaamte? Ik heb de indruk dat ik het misschien eerder trots zou kunnen noemen. Trots op hun gebarentaal zijn ze overduidelijk, en de meeste doven van Adamorobe zouden niet horend willen zijn. Of is het gewoon ‘zelfbehoud’: het voorkomen van vernederingen, confrontaties en gevechten? Is ‘coming out’ een luxe voor zij die leven in een vrije(re) maatschappij waar ze niet worden bespot of veroordeeld? Wie zal het zeggen?