21 september 2009

Tis-hier-bijna-gedaan-lijstjes

Elf dingen die ik ga missen

1. Het dagelijkse zicht op menig palmboom, de mooie jungle rond het dorp en het uitzicht op de heuvels rond Adamorobe
2. Nooit kou hebben
3. Buiten zitten in de koele avondlucht onder een sterrenhemel zonder lichtvervuiling
4. Fufu, banku, kenkey, ampesi en ‘red-red’: de lokale gerechten
5. De absolute vermenging van alle leeftijden: de oudste mensen tot het kleinste grut, allemaal door elkaar, in elke hoek van dit dorp
6. De geiten, katten, schapen, honden en kippen die overal rondscharrelen, nummertjes maken en jammer genoeg ook drollen achterlaten
7. Mijn budget niet snel zien verminderen
8. Onnozel doen met de Adamorobe doven
9. De schrijfgesprekken over Adamorobe's geschiedenis en cultuur met mijn horende onderzoeks-medewerker
10. Mij volledig richten op mijn onderzoek en voor de rest geen weet hebben van wat er gebeurt in de wereld
11. De kick die ik nog altijd elke dag voel tijdens interessante gesprekken of interessante situaties, kortom bij elk puzzelstukje dat zal bijdragen tot mijn doctoraatsthesis

Elf dingen die ik niet ga missen

1. Afgezet worden, geen (!) of te weinig wisselgeld krijgen omdat ik blank ben en als een wandelende portemonee gezien worden voor alles gaande van eten, scholing, medische kosten, een auto tot een vlucht; terwijl er mensen in dit dorp zijn – mét auto en/of groot huis - die beslist rijker zijn dan ik
2. Dat mensen mij al mijn bezittingen proberen af te troggelen, gaande van mijn kleren, tot mijn rugzak, mijn zaklamp en mijn gsm, en het argument dat ik toch niet naakt kan gaan rondlopen in de UK doet er dan niet toe want ik heb – in hun verbeelding – toch hopen gsms, kleren, rugzakken en zaklampen thuis
3. Dat de doven altijd meer en meer willen in ruil voor mijn onderzoek: een vinger krijgen en een hand nemen, maar een arm willen
4. Als een potentiële huwelijkspartner of gewoon als curieus bedmaatje gezien te worden door mannen van alle leeftijden die op hun teen getrapt zijn als ik hun afwijs en het geen argument vinden als ik zeg dat ik bezet ben, omdat “die dat hier toch niet kan zien”, en dan gaan denken dat ik geen zwarte mannen wil en dus eigenlijk een racist ben
5. Het feit dat in een dorp waar iedereen buiten leeft, elke beweging van je gevolgd wordt, en je steevast achter je rug becommentarieerd en bekritiseerd wordt
6. Het constante maar dan ook echt constante roddelen en zwartspreken over elkaar in het dorpsleventje gaat lichtjes de keel uithangen - ‘die is slecht’, ‘die is een hypocriet’ en ‘die is gierig’, lijken hier wel stopwoordjes
7. Afrika ten top: de felle zon die je soms de energie ontneemt terwijl je 12 tot 14 uur per dag met je onderzoek bezig bent
8. Het stof dat overal op, onder en inkruipt
9. Muizen, spinnen, mieren en kakkerlakken die OOK overal op en onder kruipen, de boel hier komen volschijten of opvreten en zelfs stoutmoedig genoeg zijn om mij in mijn bed te komen bezoeken
10. Altijd dezelfde mensen zien
11. Elke dag mij ertoe dwingen om toch maar weer mijn veldnotities af te werken, wat 2 tot 3 uur in beslag neemt

Elf dingen waar ik naar uitkijk


1. Anonimiteit
2. Privacy
3. Op café en restaurant gaan met mijn vrienden
4. Mijn onderzoeksresultaten – waar ik overigens echt wel tevreden over ben - bespreken met mijn promotor
5. HEM terugzien in november
6. Een andere gebarentaal gebruiken dan AdaSL
7. De keuze in de supermarkt
8. Nog eens iets met lange mouwen aandoen en slapen onder een gezellig dik deken
9. Gemakkelijke internet-toegang en de hele dag mailkes kunnen sturen
10. Zelf koken en kunnen kiezen uit meer ingrediënten dan tomaten, vis en rijst
11. En VOORAL: eens iets anders in mijn hoofd hebben dan Adamorobe en mijn onderzoek

1 september 2009

Lost: the research edition

Op de momenten dat ik even een knopje wil omdraaien, zoals voor het slapen gaan, steek ik een dvd in mijn laptop. Tegenwoordig ben ik bezig met het herbekijken van de afleveringen van de serie ‘Lost’. Naar Lost kijken terwijl je weet dat er op enkele meters van je bed soortgelijke palmbomen, heuvels, bossen en watervalletjes te zien zijn als in de serie, heeft wel iets.

Maar wat meer is... het is al verschillende malen door mijn hoofd geschoten dat mijn onderzoek wel wat lijkt op de opbouw van ‘Lost’. Nee, hier komen geen ijsberen uit het woud gesprongen, ik heb geen geheime luiken gevonden in de bossen en ik word niet achternagezeten door ‘de Anderen’.

En toch. Je wordt hier meteen in het plaatselijke leven gesmeten, alsof je middenin een vreemde cultuur ‘crasht’, in een speciaal dorp, en er dan wijs uit moet zien te raken. En dat rustigjes aan doen, is niet echt aan de orde. Eén van de eerste vreemde zaken in de reeks ‘Lost’ waren de ijsbeer en het monster-achtige ding in het woud. Dit zijn dingen die aanvankelijk ‘het grote vraagstuk’ zijn, maar die op de achtergrond raken na de eerste afleveringen (of, naar analogie met mijn onderzoek: na de eerste weken), ook al raken ze niet meteen opgelost.

Andere dingen komen veel later tevoorschijn en als dat eenmaal is gebeurd, dan is het nooit meer hetzelfde. Zoals de ontdekking van het luik, en vooral de opening ervan, of de contacten met ‘de Anderen’. Je kan je tijdens het doen van onderzoek ook afgrijselijk lang onbewust blijven van dingen van vitaal belang – zoals hier: de veelbesproken naam die Adamorobe heeft buiten het dorp, of het feit dat de doven vroeger erg actief waren in de (militaire) verdediging van het dorp. Of... het komt voor dat je wéét dat een thema potentieel erg belangrijk is, maar raakt er gedurende lange tijd ‘niet onder de huid’ van. Een voorbeeld: de opvattingen van horenden over de doven. Je gaat je afvragen wat er nog allemaal is waardoor je thesis er heel anders uit zou zien; of al de belangrijke luiken reeds zijn geopend, of de terra incognita zijn blootgelegd.

‘Lost’ dropt soms een verhaallijn om er pas een volledig seizoen later op terug te komen. Veel kijkers raken ongeduldig: sommige zaken krijgen na lange tijd eindelijk betekenis, maar er komen tegelijk steeds nieuwe onbegrijpelijke elementen bij en het geheel lijkt een onsamenhangende soep. Je vraagt je soms af of de schrijvers er een loopje mee nemen. En toch werkt Lost voor velen verslavend: het is fascinerend en frustrerend tegelijk. Alweer bingo dus: zo is het exact om onderzoek te doen in dit dorp, in deze cultuur.

Soms raak je de weg kwijt en is het even afzien. Je ziet dingen die je liever niet zou gezien hebben, mensen die afzien, mensen die doodgaan. Je stuit op conflicten en gevechten die hoog kunnen oplopen. Soms heb ik geen mentale energie om mijn kamer uit te komen, vrezend dat ik dan weer een vernietigende roddel-litanie, klaagzang, of ruzie-verslag op me afgevuurd krijg. Maar er zijn ook geregeld onverwacht interessante ontmoetingen of verrassende brokjes informatie die mijn dag goed maken.

En neem nu de mensen. Adamorobe telt 41 doven. Lost gaat aanvankelijk over de iets meer dan 40 mensen die er gecrasht zijn. Het is niet mogelijk om in gelijke mate op zoveel mensen te focussen zonder oppervlakkig te worden. De reeks portretteert de verhalen van een subgroep van 10-15 mensen, de voortrekkers. Ook mijn onderzoek bevat zulke ‘hoofdpersonen’, met erg diverse achtergronden en leeftijden. Al betekent dit niet dat de overige mensen net zo gezichtsloos zijn als in Lost. Want vragen jullie je nooit af hoe die andere 30 gecrashten hun verblijf op het eiland beleven?

In ‘Lost’ komen er geleidelijk verschillende nieuwe personages bij: de Franse vrouw, de ‘Anderen’, Desmond, de tweede groep gecrashten. Opnieuw een match. De eerste maanden focuste ik enkel op de dove mensen: zij waren mijn beginpunt, mijn vertrekpunt, de kern van mijn onderzoek. Van hen leerde ik de taal, van hen leerde ik het ‘wie is wie’ en ‘wat is wat’. Tot ook verschillende horenden op de voorgrond begonnen te treden. Eén ervan ageert nu zelfs als een zeer belangrijke informant over Adamorobe’s cultuur en geschiedenis, en neemt op mijn vraag interviews af met horenden in de lokale taal Twi en noteert de antwoorden in het Engels. Voor het openen van het luik ‘horende opvattingen over doven’ was en is deze persoon dus onmisbaar.

Op het einde van het derde seizoen verlaten de mensen het eiland, zonder dat alle mysteries zijn opgelost. Waarschijnlijk - hopelijk - zal het voor mij allemaal wel wat duidelijker en dus bevredigender zijn. Maar ik heb niet veel tijd meer: de klok tikt, en mijn lijstjes van te-doen en te-dubbel-checken, nog-dieper-uit-te-zoeken, nog-te-vragen, nog-te-interviewen en nog-wat-grondiger-te-observeren zijn nog lang...