1 september 2009

Lost: the research edition

Op de momenten dat ik even een knopje wil omdraaien, zoals voor het slapen gaan, steek ik een dvd in mijn laptop. Tegenwoordig ben ik bezig met het herbekijken van de afleveringen van de serie ‘Lost’. Naar Lost kijken terwijl je weet dat er op enkele meters van je bed soortgelijke palmbomen, heuvels, bossen en watervalletjes te zien zijn als in de serie, heeft wel iets.

Maar wat meer is... het is al verschillende malen door mijn hoofd geschoten dat mijn onderzoek wel wat lijkt op de opbouw van ‘Lost’. Nee, hier komen geen ijsberen uit het woud gesprongen, ik heb geen geheime luiken gevonden in de bossen en ik word niet achternagezeten door ‘de Anderen’.

En toch. Je wordt hier meteen in het plaatselijke leven gesmeten, alsof je middenin een vreemde cultuur ‘crasht’, in een speciaal dorp, en er dan wijs uit moet zien te raken. En dat rustigjes aan doen, is niet echt aan de orde. Eén van de eerste vreemde zaken in de reeks ‘Lost’ waren de ijsbeer en het monster-achtige ding in het woud. Dit zijn dingen die aanvankelijk ‘het grote vraagstuk’ zijn, maar die op de achtergrond raken na de eerste afleveringen (of, naar analogie met mijn onderzoek: na de eerste weken), ook al raken ze niet meteen opgelost.

Andere dingen komen veel later tevoorschijn en als dat eenmaal is gebeurd, dan is het nooit meer hetzelfde. Zoals de ontdekking van het luik, en vooral de opening ervan, of de contacten met ‘de Anderen’. Je kan je tijdens het doen van onderzoek ook afgrijselijk lang onbewust blijven van dingen van vitaal belang – zoals hier: de veelbesproken naam die Adamorobe heeft buiten het dorp, of het feit dat de doven vroeger erg actief waren in de (militaire) verdediging van het dorp. Of... het komt voor dat je wéét dat een thema potentieel erg belangrijk is, maar raakt er gedurende lange tijd ‘niet onder de huid’ van. Een voorbeeld: de opvattingen van horenden over de doven. Je gaat je afvragen wat er nog allemaal is waardoor je thesis er heel anders uit zou zien; of al de belangrijke luiken reeds zijn geopend, of de terra incognita zijn blootgelegd.

‘Lost’ dropt soms een verhaallijn om er pas een volledig seizoen later op terug te komen. Veel kijkers raken ongeduldig: sommige zaken krijgen na lange tijd eindelijk betekenis, maar er komen tegelijk steeds nieuwe onbegrijpelijke elementen bij en het geheel lijkt een onsamenhangende soep. Je vraagt je soms af of de schrijvers er een loopje mee nemen. En toch werkt Lost voor velen verslavend: het is fascinerend en frustrerend tegelijk. Alweer bingo dus: zo is het exact om onderzoek te doen in dit dorp, in deze cultuur.

Soms raak je de weg kwijt en is het even afzien. Je ziet dingen die je liever niet zou gezien hebben, mensen die afzien, mensen die doodgaan. Je stuit op conflicten en gevechten die hoog kunnen oplopen. Soms heb ik geen mentale energie om mijn kamer uit te komen, vrezend dat ik dan weer een vernietigende roddel-litanie, klaagzang, of ruzie-verslag op me afgevuurd krijg. Maar er zijn ook geregeld onverwacht interessante ontmoetingen of verrassende brokjes informatie die mijn dag goed maken.

En neem nu de mensen. Adamorobe telt 41 doven. Lost gaat aanvankelijk over de iets meer dan 40 mensen die er gecrasht zijn. Het is niet mogelijk om in gelijke mate op zoveel mensen te focussen zonder oppervlakkig te worden. De reeks portretteert de verhalen van een subgroep van 10-15 mensen, de voortrekkers. Ook mijn onderzoek bevat zulke ‘hoofdpersonen’, met erg diverse achtergronden en leeftijden. Al betekent dit niet dat de overige mensen net zo gezichtsloos zijn als in Lost. Want vragen jullie je nooit af hoe die andere 30 gecrashten hun verblijf op het eiland beleven?

In ‘Lost’ komen er geleidelijk verschillende nieuwe personages bij: de Franse vrouw, de ‘Anderen’, Desmond, de tweede groep gecrashten. Opnieuw een match. De eerste maanden focuste ik enkel op de dove mensen: zij waren mijn beginpunt, mijn vertrekpunt, de kern van mijn onderzoek. Van hen leerde ik de taal, van hen leerde ik het ‘wie is wie’ en ‘wat is wat’. Tot ook verschillende horenden op de voorgrond begonnen te treden. Eén ervan ageert nu zelfs als een zeer belangrijke informant over Adamorobe’s cultuur en geschiedenis, en neemt op mijn vraag interviews af met horenden in de lokale taal Twi en noteert de antwoorden in het Engels. Voor het openen van het luik ‘horende opvattingen over doven’ was en is deze persoon dus onmisbaar.

Op het einde van het derde seizoen verlaten de mensen het eiland, zonder dat alle mysteries zijn opgelost. Waarschijnlijk - hopelijk - zal het voor mij allemaal wel wat duidelijker en dus bevredigender zijn. Maar ik heb niet veel tijd meer: de klok tikt, en mijn lijstjes van te-doen en te-dubbel-checken, nog-dieper-uit-te-zoeken, nog-te-vragen, nog-te-interviewen en nog-wat-grondiger-te-observeren zijn nog lang...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten